De Dikke en de Dunne begint met een maat met maar 1 tel erin, terwijl het liedje in een drietelsmaat staat. Zo'n onvolledige maat aan het begin noemen we een opmaat. Meestal duurt de laatste maat van hetzxelfde liedje precies zolang dat de eerste en laatste maat samen toch weer een complete maat vormen. Hierdoor kun je zo'n liedje met een opmaat makkelijk een paar keer na elkaar spelen zonder een vervelende hik te horen. Het midifile heb ik nogal anders ingespeeld, met veel lekker valse noten erin. In de versie die jij nu gaat spelen, heb ik die extra noten nog niet opgenomen. Houd de tweetelsnoten niet te lang vast, maar speel het liedje een betje luchtig.