Module 7
Introduktie
In deze module maak je kennis met de bassleutel. Veel componisten noteren hun pianomuziek door exact te omschrijven wat je met je linker- en rechterhand moet doen. De toetsen die je met je linkerhand moet indrukken, worden in dat geval meestal in de bassleutel genoteerd. Bij deze notatievorm wordt geen gebruik gemaakt van akkoordsymbolen.

Uitleg
In het grijze verleden zijn er een heleboel sleutels geweest, en die konden dan ook nog op verschillende lijntjes van de notenbalk staan. In de loop der tijd zijn ze allemaal verdwenen, behalve de viool- en bassleutel. Al deze sleutels hadden één ding gemeen: ze waren bedacht om de melodieën voor de verschillende instrumenten zoveel mogelijk te kunnen noteren binnen de vijf lijntjes van de notenbal, dus zonder al te veel hulplijntjes. En omdat alle instrumenten een verschillende omvang en bereik hebben, heeft men al die verschillende sleutels bedacht. Tegenwoordig worden de meeste hoge noten (gerekend vanuit het midden van een gewone piano) in de vioolsleutel genoteerd, terwijl alle noten daaronder in de bassleutel worden opgeschreven. Op zich is dit niet zo ingewikkeld, maar er zit helaas een addertje onder het gras. De noten in de bassleutel staan namelijk niet "op dezelfde plaats" als de noten in de vioolsleutel, en dat is erg irritant, vooral in het begin!

Het systeem funktioneert als volgt. De meeste mensen vinden de volgende noot het makkelijkst te onthouden.

Op deze manier wordt de centrale c genoteerd, dus dezelfde noot die door het hulplijntje in de vioolsleutel gaat. Het verschil zal duidelijk zijn, want in dit plaatje is de c juist de hoogste noot in de bassleutel, en niet de laagste in de vioolsleutel. Van hier af wordt hetzelfde principe toegepast als in de vioolsleutel. Door elk lijntje en tussen twee opeenvolgendelijntjes kan een noot worden geplaatst die overeenkomt met een witte toets. En ook hier geldt: hoe lager op de notenbalk, des te lager op het toetsenbord. Een lager genoteerde noot zit dus links van een andere noot, terwijl een hoger genoteerde noot verwijst naar een toets naar rechts. Al met al resulteert dit in het volgende overzicht:





Ik kan me voorstellen dat de moed je enigszins in de schoenen zinkt als je dit overzicht vergelijkt met het overzicht dat in  module 2 staat. Alle noten staan net iets anders!! En dan moet je ook nog met je linkerhand spelen, terwijl je nauwelijks aan het spelen van noten van de vioolsleutel met je rechterhand bent gewend. Toch heeft deze manier van noteren een groot voordeel. Componisten kunnen op deze manier heel nauwkeurig hun muzikale ideeën formuleren. En wij kunnen deze ideeën, soms eeuwen later, nauwkeurig omzetten in de oorspronlelijk bedoelde klanken.

Oefeningen
In principe kun je dezelfde oefeningen gebruiken die in module 2 staan en waarmee je de noten van de vioolsleutel hebt geoefend. Ik vind het prettig om in de ene sleutel het rijtje te oefenen van de noten tussen de lijntjes en in de andere sleutel juist de noten die door de lijntjes gaan. Maar misschien vind jij dat helemaal niet.

Muziekstukken
 
The old Appletree
PDF
MID
TXT
Een romantisch liedje
PDF
MID
TXT
Rock 'n Boogie
PDF
MID
TXT
"Cantor"
PDF
MID
TXT
Kikkers
PDF
MID
TXT
B.Z.N.
PDF
MID
TXT
Shopping
PDF
MID
TXT
Walkin'Blues 
PDF
MID
TXT
Yogho Yogho 
PDF
MID
TXT
Deze vuist op deze vuist
PDF
MID
TXT
Dik en Dun
PDF
MID
TXT
 
PDF
MID
TXT

 
 
 
VORIGE MODULE
HOME
VOLGENDE MODULE