Module 2
Introduktie
In deze module maak je kennis met de eerste beginselen
van het officiële notenschrift. Door dit schrift kun je lezen welke
toetsen je moet indrukken en hoe lang je deze moet vasthouden. In deze
module oefen je alleen het lezen van de toonhoogte. De lengte van de tonen
(het ritme) komt in een andere module aan de orde.
Uitleg
Het traditionele notenschrift maakt gebruik van
vijf lijntjes om de toonhoogte aan te geven. Deze vijf lijntjes worden
samen een notenbalk genoemd. Aan het begin van elke regel staat
een sierlijk symbool, de vioolsleutel:
Tussen en door de lijntjes kunnen bolletjes
worden geplaatst. Deze bolletjes worden noten genoemd en symboliseren
de witte toetsen. (Voor de zwarte toetsen is in vroeger tijden een andere
truuk bedacht.) Het principe is eenvoudig: elk "stapje" hoger op de notenbalk
representeert een hogere toets op het toetsenbord. Hoger op het
toetsenbord wil zeggen: naar rechts. Op dezelfde manier betekent
een stapje lager op de notenbalk dat een toets naar links
op het toetsenbord wordt bedoeld. Abacadabra? Hopelijk verduidelijkt het
plaatje hieronder het een en ander:
Als je heel goed kijkt, zie je dat door de eerste
noot van links (een c) een klein horizontaal streepje gaat.
Zo'n streepje wordt een "hulplijntje" genoemd. Ook de laatste drie noten
(van rechts) hebben zo'n hulplijntje. De meest rechtse noot (ook een c)
heeft zelfs twee hulplijntjes. De eerste c van dit rijtje
ook wel de centrale c wordt genoemd. Deze toets zit in het
midden van het toetsenbord bij de traditionele houten piano, dicht bij
het sleutelgat. Als je een keyboard bespeelt, is deze c meestal
de eerste c die na het gedeelte komt dat is toegewezen aan
de begeleidingsautomaat.
Oefeningen
Op zich is het principe van notenlezen niet moeilijker
dan "gewoon" lezen. Bij het gewone lezen realiseer je je nauwelijks meer
welke letters er staan. Je leest een groepje letters tegelijk en vaak lees
je zelfs in groepjes woorden. Bij notenlezen is het niet anders. Je begint
met "spellen", d.w.z. het lezen van losse noten. Later lees je vooral in
groepjes noten. Dit wordt ook wel "relatief" lezen genoemd, terwijl het
spellen wordt aangeduid met "absoluut lezen. De eerste oefeningen zijn
vooral bedoeld om goed te leren spellen.
-
Beperk je tenminste een volle week tot het oefenen
van de noten die tussen twee lijntjes staan: de f,
a, c en e. Repeteer dit rijtje heen
en terug. Maak je een voorstelling van de plaats op de notenbalk. Doe dit
op verschillende momenten, liefst verspreid over de dag.
-
Doe één of twee weken later hetzelfde
voor het rijtje noten die door de lijnen van de notenbalk gaan: de e,
f,
g,
b
en d.
-
Laat een huisgenoot je vragen stellen als: "welke
noot gaat er door het tweede lijntje van boven?" of "welke noot zit tussen
het vierde en vijfde lijntje van onder?". Of "waar zit de hoge e?",
"waar zit de lage b?". Beantwoord de vragen zonder naar een
notenbalk of toetsenbord te kijken. Je traint op deze manier je voorstellingsvermogen
beter.
Hieronder kun je nog twee pdf-bestanden downloaden.
Je zult waarschijnlijk niet veel moeite hebben met het beantwoorden van
de vragen. Toch vraag ik je de antwoorden naar me toe te mailen. De vragen
zijn niet bedoeld om beter te leren spellen, maar om het relatieve
lezen te ontwikkelen, want dat is vaak veel effektiever dan het heel snel
kunnen spellen van noten.
Oefening 1
Oefening 2
Muziekstukken
En dan nu, eindelijk, het lijstje van muziekstukken
waarmee je de leerstof van deze module kunt oefenen. Maar eerst toch nog
wat informatie. Bij sommige noten heb ik cijfers gezet. Met deze cijfers
geef ik aan met welke vinger je de toets het best kunt spelen. Het principe
is eenvoudig: 1=duim, 2= wijsvinger, 3=middelvinger, 4=ringvinger en 5=pink.
De meeste noten in de liedjes zijn zwart, maar soms zul je open noten tegenkomen.
Dit heeft te maken met het ritme. Open noten duren langer dan dichte. En
tenslotte nog dit. In de stukken staan op gezette tijden vertikale streepjes
door de notenbalk. Officieel worden deze strepen maatstrepen genoemd.
In een volgende module kom ik er nog uitgebreider op terug. Op dit moment
is het voldoende als je weet dat ze een bepaalde tijdsduur in een stuk
afbakenen.